Blog 10 -
Dag vrienden van de blog,
Veel zuidelijker dan Bluff konden we niet meer, dus begonnen we een dikke week geleden aan onze tocht Noord, oftewel onze weg terug.
Voor ons vertrek hadden Batist en Lynn in een raptje enkele dingen op onze kaart omcirkelt, de Catlins was één van die zaken. Een kuststrook waar bos, weilanden, nationale parken en stranden samen komen. Een weg van 200 km waar de ene bezienswaardigheid na de ander volgt. We leerden niet enkel op de namen af te gaan, zo hebben we de Niagara Waterfalls na veel zoeken toch gevonden en bleek dat een beekje met een verval van 60 cm te zijn.
Aan Dunedin, een grote studentenstad aan de Oostkust besloten we niet teveel woorden vuil te maken. Ons enige doel: de zeldzame blauwe pinguïns in hun natuurlijke habitat spotten.
Bij nader inzien kunnen we daar nu toch een boek over schrijven..
Voor een tour wilden we niet betalen, bedankten met veel show bij de Japanse bediende achter de balie en gingen koppig zelf onze weg.
Die beestjes komen normaal gezien bij valavond uit het water om hun hol aan land op te zoeken, dus besloten we om al om 17u aan het water te gaan zitten want "je weet maar nooit dat er vroege vogels bij zitten".
Ondertussen trok een serieuze storm over, gietende regen en windkrachten waarbij zelfs Beth in zwangere toestand niet op haar benen kon blijven staan. Die Japanner lachte in z'n vuistje om al dat dappers. Een vol uur later én doorweekt besloten we dat we de pinguïns van boven op de heuvel waar onze camper stond misschien ook wel konden zien stranden.
Weer 2u later en 2 hysterische Bethmomentjes "ik heb ze gezien" waarna we samen met een gevolg andere toeries naar beneden stormden en niets aantroffen, hadden we de moed opgegeven. We hadden gekookt, onze camionette van onder tot boven gekuisd, geskyped met de ouders en nog steeds geen pinguïns te zien. Twas ondertussen stikdonker, de tour waarvoor we vriendelijk bedankt hadden, was begonnen en hun fars dansten vrolijk over het water. Niet veel later zagen we in het felle licht van die fars kleine zwarte dingen bewegen e sneakten we met een onoplettende gids mee naar beneden. Onze tactiek om te doen alsof we geen Engels spraken werkte TOT... diezelfde man de Japanner van achter de balie bleek te zijn. Gelukkig kon die ermee lachen en liet hij ons de 178 pinguïns mee bekijken die op een meter van ons richting hun hol stapten. Van toewijding gesproken...
Iets hogerop de oostkust bezochten we de moeraki boulders, een hoopje stenen in de zee. Op zich niet zo spectaculair en al zeker niet omdat we ze bij hoogtij gingen bezoeken.
Martijn zorgde voor de grootst attractie door de boulders te beklimmen zonder nat te worden, iets waarvan de bus omstaande Japanners (again..) gretig foto's maakten voor hun thuisfront en Beth dan weer van hen.. De cirkel dus even rond als die boulders.
Van de kust naar de inlandse meren dan maar. Lake Pukaki en lake Tekapo boden ons de eerste warme zonnestralen en stunning views op Mount Cook en alle andere omliggende bergtoppen. Misschien is dit wel het mooiste partje NZ. Met een gratis kampplaats aan het meer en een paar avondjes kampvuur onder een rijkelijk gevulde sterrenhemel sloten we een paar intensieve dagen af.
Mount Cook zelf leek een paar van z'n regenachtigste lentedagen te beleven. We baanden ons toch een weg op een tweetal hikes en kregen er een hoop lawines als toetje bij. Werkelijk om de 5 minuten weerklonk op de pieken voor ons een gekraak gevolgd door een bewegende sneeuwmassa. Indrukwekkend!
Onze trouwe reisgenoten en Zwitsers, Fabienne en Johann, vertrokken eergisteren richting hun volgende bestemming. Reden genoeg om ons te spoeden naar Akaroa - een klein gezellig dorpje zoals je er wel in zuid Frankrijk kan vinden, in de buurt van Christchurch - om hen uit te zwaaien.
Met nog een goede week voor de boeg profiteren we nog even van een korte lus landinwaarts richting Athurs pass voor een stevige hike, richting Lake Coloridge voor nog een lading Saint-tropez-gevoel en richting castle Hill voor nog wat geboulder.
We pikken de laatste zonnestralen mee, lezen ons een weg richting het einde van onze boeken en genieten extra van de klimmetjes hier!
Tot de volgende!
X
Dag vrienden van de blog,
Veel zuidelijker dan Bluff konden we niet meer, dus begonnen we een dikke week geleden aan onze tocht Noord, oftewel onze weg terug.
Voor ons vertrek hadden Batist en Lynn in een raptje enkele dingen op onze kaart omcirkelt, de Catlins was één van die zaken. Een kuststrook waar bos, weilanden, nationale parken en stranden samen komen. Een weg van 200 km waar de ene bezienswaardigheid na de ander volgt. We leerden niet enkel op de namen af te gaan, zo hebben we de Niagara Waterfalls na veel zoeken toch gevonden en bleek dat een beekje met een verval van 60 cm te zijn.
Aan Dunedin, een grote studentenstad aan de Oostkust besloten we niet teveel woorden vuil te maken. Ons enige doel: de zeldzame blauwe pinguïns in hun natuurlijke habitat spotten.
Bij nader inzien kunnen we daar nu toch een boek over schrijven..
Voor een tour wilden we niet betalen, bedankten met veel show bij de Japanse bediende achter de balie en gingen koppig zelf onze weg.
Die beestjes komen normaal gezien bij valavond uit het water om hun hol aan land op te zoeken, dus besloten we om al om 17u aan het water te gaan zitten want "je weet maar nooit dat er vroege vogels bij zitten".
Ondertussen trok een serieuze storm over, gietende regen en windkrachten waarbij zelfs Beth in zwangere toestand niet op haar benen kon blijven staan. Die Japanner lachte in z'n vuistje om al dat dappers. Een vol uur later én doorweekt besloten we dat we de pinguïns van boven op de heuvel waar onze camper stond misschien ook wel konden zien stranden.
Weer 2u later en 2 hysterische Bethmomentjes "ik heb ze gezien" waarna we samen met een gevolg andere toeries naar beneden stormden en niets aantroffen, hadden we de moed opgegeven. We hadden gekookt, onze camionette van onder tot boven gekuisd, geskyped met de ouders en nog steeds geen pinguïns te zien. Twas ondertussen stikdonker, de tour waarvoor we vriendelijk bedankt hadden, was begonnen en hun fars dansten vrolijk over het water. Niet veel later zagen we in het felle licht van die fars kleine zwarte dingen bewegen e sneakten we met een onoplettende gids mee naar beneden. Onze tactiek om te doen alsof we geen Engels spraken werkte TOT... diezelfde man de Japanner van achter de balie bleek te zijn. Gelukkig kon die ermee lachen en liet hij ons de 178 pinguïns mee bekijken die op een meter van ons richting hun hol stapten. Van toewijding gesproken...
Iets hogerop de oostkust bezochten we de moeraki boulders, een hoopje stenen in de zee. Op zich niet zo spectaculair en al zeker niet omdat we ze bij hoogtij gingen bezoeken.
Martijn zorgde voor de grootst attractie door de boulders te beklimmen zonder nat te worden, iets waarvan de bus omstaande Japanners (again..) gretig foto's maakten voor hun thuisfront en Beth dan weer van hen.. De cirkel dus even rond als die boulders.
Van de kust naar de inlandse meren dan maar. Lake Pukaki en lake Tekapo boden ons de eerste warme zonnestralen en stunning views op Mount Cook en alle andere omliggende bergtoppen. Misschien is dit wel het mooiste partje NZ. Met een gratis kampplaats aan het meer en een paar avondjes kampvuur onder een rijkelijk gevulde sterrenhemel sloten we een paar intensieve dagen af.
Mount Cook zelf leek een paar van z'n regenachtigste lentedagen te beleven. We baanden ons toch een weg op een tweetal hikes en kregen er een hoop lawines als toetje bij. Werkelijk om de 5 minuten weerklonk op de pieken voor ons een gekraak gevolgd door een bewegende sneeuwmassa. Indrukwekkend!
Onze trouwe reisgenoten en Zwitsers, Fabienne en Johann, vertrokken eergisteren richting hun volgende bestemming. Reden genoeg om ons te spoeden naar Akaroa - een klein gezellig dorpje zoals je er wel in zuid Frankrijk kan vinden, in de buurt van Christchurch - om hen uit te zwaaien.
Met nog een goede week voor de boeg profiteren we nog even van een korte lus landinwaarts richting Athurs pass voor een stevige hike, richting Lake Coloridge voor nog een lading Saint-tropez-gevoel en richting castle Hill voor nog wat geboulder.
We pikken de laatste zonnestralen mee, lezen ons een weg richting het einde van onze boeken en genieten extra van de klimmetjes hier!
Tot de volgende!
X
Geen opmerkingen:
Een reactie posten